Depeche Mode: Sounds of The Universe

2009_obal-sounds-of-the-universe“We’re too far gone and too far down the line, have made too many good things to just do something that’s mediocre”, zegt Dave Gahan op een bepaald moment in “Making The Universe”, de film bij de cd. En zo is het maar net.

Single “Wrong” bevestigde dat alvast glorieus. Maar: er zijn nog steeds mensen die Depeche Mode een typische singlesband vinden. Ondergetekende en de band zelf hebben, om te beginnen, vier duidelijke argumenten om dat te ontkrachten: de albums Black Celebration, Music For The Masses en — vooral — Violator en Songs Of Faith And Devotion — het therapeutische Ultra blijft een twijfelgeval. En weet u, reken daar Playing The Angel uit 2005 ook maar bij: de plaat die na het erg povere Exciter (toegegeven, een argument pro die stelling) Depeche Mode terug een boost van relevantie gaf, een plaat die de afrit nam tussen Violator en Songs Of Faith … en die grimmig en best wel gitaargericht klonk.

En hoe zit dat nu met Sounds Of The Universe vraagt u. Als de hele plaat het niveau van single “Wrong” haalt, moet dat toch hun absolute meesterwerk zijn, zegt u. Wel, natuurlijk is het dat niet. Maar “Wrong” (nog steeds kippenvel na twee maanden) is dan ook een nummer zoals geen enkele band er meer dan tien schrijft. “Wrong”, live ongetwijfeld een bom, voorspelde echter wel twee dingen: een plaat met oog voor detail, met ontzettend sterk opgebouwde, gelaagde nummers en een plaat die nog een afrit vroeger neemt dan Playing The Angel, namelijk die tussen Masses en Violator (had u ook een flashback naar “Personal Jesus” toen u “Wrong” voor het eerst hoorde?) met terug de nadruk op electro. Die voorspellingen komen uit. Andere, zoals de voorspelling dat “Sounds Of The Universe” een grimmige, agressievere plaat zou zijn, totaal niet.

Want, ga even zitten, Sounds Of The Universe klinkt bijwijlen warempel hoopvol. Nu Martin Gore gestopt is met drinken, is de laatste verslaving uit de band verdreven. Dat is er aan te horen, vooral in “Peace” dat samen met het door Gahan geschreven “Come Back” het kloppend hart van de plaat is. Het bloedmooie “Peace” klinkt haast spiritueel (niet zweverig), met Gore die zweert “bitterheid” en “angst” achter zich te laten, “Giving all the positivity that I possess”. Qua sound doet het samen met “Come Back” tenminste pogingen om door het donkere wolkendek dat sinds Black Celebration boven Depeche Mode hangt te breken. Sounds Of The Universe klinkt dan ook een pak minder grimmig, luister bijvoorbeeld eens naar “Perfect” (perfecte pop in het DM-universum) en “In Sympathy”, met een heerlijke zanglijn van Gahan die vocaal in zijn beste doen is sinds Songs Of Faith.

Maar dat betekent niet dat u fluitend als de koolmees in uw tuin deze plaat in uw picknickmand kunt stoppen op die zonnige lentedag. Het ontzettend straffe openingsnummer “In Chains” (weer die opbouw!) is een gospel die het best gezongen wordt met een zwart kleed aan. Het best wel rauwe “Miles Away/The Truth Is Written” (veruit Gahans beste song tot dusver, soloplaten incluis) had gerust op Playing The Angel kunnen staan, net als “Hole To Feed” dat het perfecte aperitief is voor “Wrong”, al creëert de intro verwachtingen die de song an sich niet waarmaakt. En slotnummer “Corrupt” is gewoon vintage Depeche Mode.

Gore treedt in “Jezebel” één keer zelf voor het voetlicht, maar hangt de hele plaat lang nog maar eens als de perfecte vocale schaduw over Gahan — een trucje dat maar niet uitgewerkt raakt, integendeel. Dat trucje volstaat echter niet om te verhullen dat het povere “Little Soul” meer mood dan song is. Rekken de plaat ook nodeloos: het instrumentale niemendal “Spacewalker” en “Fragile Tension”, dat Gahan zelf niet boven de zo gevreesde middelmaat kan verheffen.

Maar globaal haalt Sounds Of The Universe dus best wel het niveau van een Playing The Angel, en dat voor een band die al bijna dertig jaar bezig is, met haar zwaartepunt zogezegd in de jaren tachtig. Het blijft immers bewondering opwekken dat Depeche Mode geen pastiche op de jaren tachtig of op zichzelf geworden is; en dat door niet alleen trouw aan zichzelf te blijven, maar vooral te blijven evolueren. Nu lijkt bijvoorbeeld de grootste teenage angst of Weltschmerz definitief achter hen te liggen. Geen wonder, als Andy Fletcher opmerkt in een docu over de plaat (u vindt hem in de boxset) dat Depeche Mode een band geworden is “die de whisky en wodka vervangen heeft door koffie en thee met cake.” Dat het even goed kan smaken. Singlesband? Middelmaat? Laat u niets wijsmaken.

Philippe Nuyts in Goddeau

Facebooktwitterredditpinterestlinkedinmail